Beleid vaste inrichting BTW aangepast

Als gevolg van een arrest van het Europese Hof van Justitie (case Danske Bank) heeft Nederland het beleid inzake een vaste inrichting aangepast.

Een vaste inrichting vormt samen met het hoofdhuis één belastingplichtige, waardoor er geen BTW-heffing optreedt bij onderlinge (‘interne’) prestaties. De beleidswijziging gaat over de situatie dat een vaste inrichting óf het hoofdhuis deel uitmaakt van een fiscale eenheid (BTW). Op dat moment wordt de band tussen de vaste inrichting en het hoofdhuis als het ware verbroken en vallen onderlinge prestaties wél onder BTW-heffing. Dan gelden de normale BTW-regels en er is een verplichting tot het uitreiken van een factuur. Als de vaste inrichting te maken heeft met van BTW vrijgestelde prestaties, dan leidt deze beleidsaanpassing tot kostenverhogende niet-aftrekbare BTW.

Ga naar de bovenkant